12 december 2008

Vriendelijk zijn (column, 2008)

TIP VOOR DE AANKOMENDE SCHRIJVER

(Door Peter de Zwaan)

U wilt schrijven, ontken het maar niet, ik weet dat u het wilt. Bij minstens een op de drie boeken die u leest denkt u: zo kan ik het ook. ’s Avonds in bed, als het licht uit is, weet u het zeker: over een poosje begin ik, als ik tijd heb, echt waar.
Volg nu mijn tip: ga, tot de tijd rijp is, nadenken over vriendschap. Over vriendelijk zijn. Over veel glimlachen. Over mensen gelijk geven, al vertellen ze onzin.
Oefen erop, hoe vaker hoe beter.
U zult de glimlach nodig hebben als uw eerste boek in de winkels ligt.
Mij is het nooit gelukt, vriendelijk kijken, lachen als er niets te lachen valt, instemmend knikken als schoppen op zijn plaats is.
Ik wil nog wel eens boos worden en dat is niet slim.
Een paar voorbeelden.
Er is een website met de naam Ezzulia. Goede website, met veel informatie.
Iemand die voor de site werkte vroeg me om columns. Ik maakte er een paar en zijn dank was groot. Als blijk van waardering stuurde hij een vragenlijst. Als ik de vragen beantwoordde zou hij ze beschouwen als een schriftelijk interview en op het net zetten. Ik deed wat hij vroeg, stuurde alles op en hoorde of zag nooit meer iets.
Dat vond iemand die voor de site werkte iets te gortig. Toen 'De Charlsville Jackpot' uit was (vier sterren op de Ezzulia- site) zei hij: ,,Ik kom naar Enschede voor een echt interview.'' Hij kwam en meldde later dat het een mooi verhaal was geworden. Een half jaar later vroeg ik: ,,Hoe zit het eigenlijk met dat interview?'' Hij zei: ,,Staat op de site.''
Toch maar even gekeken. Niks. Ik geef toe: ik ben niet de allerhandigste als het om internet gaat, maar ik kon het interview niet vinden. Mailtje gestuurd. Geen antwoord. Nog een mailtje. Geen antwoord.
Nu behoort mijn tip in werking te treden. Glimlach erom, haal je schouders op.
Mij lukt dat dus niet. Dat ze een interview niet plaatsen, oké. Vrij stom, gezien al het werk, maar oké. Maar ineens geen antwoord meer geven, doen of het neusje bloedt. Ik kan er niet tegen.
Zelfde laken een pak met Vrij Nederland. Of ik een column wilde maken voor de thrillergids. Deed ik. Maand later gids gekocht, gekeken, geen column.
Het stuk was gesneuveld omdat de opmaker bij het indelen van de pagina’s niet goed uit was gekomen. Bij de Z van Zwaan, Peter de had hij gebrek aan ruimte gekregen.
Maar geen woord erover, geen telefoontje, niets. Ik liet de betreffende redactrice weten hoe ik erover dacht en dat had ik niet mogen doen, want schrijvers mogen niet klagen. Een collega vertelde me dat ze niet meer van me hield.
Het jaar erna zat ze in de jury van de Gouden Strop.
Dus, nog een keer: eerst oefenen in de glimlach, daarna pas een boek schrijven. Doe het nou maar, het gaat u een hoop ellende schelen.
Wat u ook moet leren is gezichten onthouden. Daar heb ik het nog wel een keer over.

(Deze column staat ook op peterdezwaan.nl)


Peter de Zwaan (1944, Meppel) heeft tientallen publicaties op zijn naam staan, misdaadromans en jeugdboeken. Voor zeven van zijn thrillers werd hij genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Met 'Het Alibibureau' won hij in 2000 de Gouden Strop. In 2006 werd 'De Voeder', de eerste misdaadroman met Jeff Meeks als hoofdpersoon, genomineerd voor de Diamanten Kogel. De tweede Jeff Meeks-thriller, 'Duivelsrug', kreeg in 2007 zowel een nominatie voor de Gouden Strop als voor de Diamanten Kogel.

1 opmerking:

  1. Heerlijk.
    Eindelijk een auteur die niet aan die incestueuze poppenkast-lobby mee wil doen.
    Chapeau!

    Guido Huisintveld

    BeantwoordenVerwijderen