19 november 2007

Lettervermicelli (column, 2007)

HETE SOEP EN ANDER ONGERIEF

(Door Peter Kuijt)

De ene schrijver was 'een reutelende vuilspuiter', de ander 'een paranoïde gek, rijp voor een dwangbehandeling in een kliniek'. Er zullen niet veel liefhebbers van het boek zijn geweest aan wie de pedante polemiek tussen Arnon Grunberg en A.F.Th. van der Heijden, beiden genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, voorbij is gegaan.

Een rel doet het altijd goed in de publiciteit. En publiciteit verkoopt, hoopt de uitgever. Of het getut tussen beide heren de verkoop van hun genomineerde boeken heeft bevorderd, moet nog wetenschappelijk worden vastgesteld. Maar het kan haast niet anders of de vier overige genomineerden moeten het gebakkelei tandenknarsend hebben gevolgd. Want wie weet hún namen nog?

En ook nu bleek dat de soep met die leuke lettervermicelli niet zo heet werd gegeten als ze werd opgediend. Want nadat de door Rita Verdonk bejubelde A.F.Th. in een apart zaaltje van paleis Het Loo had gehoord dat zijn boek 'Het schervengericht' was bekroond met 50.000 euro, schudde zijn kwelgeest hem sportief de hand. Om een paar dagen later in de media als een klein kind te pruilen dat hij zich nóóóóit meer in het vaderlandse literaire circuit zal vertonen.

Een beetje polemiek kan natuurlijk nooit kwaad. Een beetje polemiek moet zelfs, wil je als schrijver een beetje aandacht, liefde en afzet krijgen op een van boeken overvoerde markt. Dus heren en dames auteurs, scherp de pennen, spuit gier, besprenkel met vitriool, pis azijn. Richt je pijlen desnoods op recensenten, als je je collega's wilt sparen. Goed, het levert wat ongerief op voor de aangevallen partij, maar als die zich met hand en tand verdedigt, kunnen we er als lezer nog een hoop plezier aan beleven. Overdrijf het echter niet, want je zult elkaar – ook de recensenten - nog tegenkomen op boekenballen en prijsuitreikingen. En sommige schrijvers hebben al zo veel boeken verkocht, dat ze de giertank niet eens nodig hebben….

Over recensenten gesproken. Hoe betrouwbaar zijn die gasten? Wat voor criteria hanteren ze en wie controleert of ze geen andere belangen behartigen dan die van de literatuur? Dit probleem is niet van vandaag of gisteren, maar bestaat al sinds het ontstaan van de literaire kritiek in Frankrijk en Engeland in de achttiende eeuw. Laatst werd de discussie nieuw leven ingeblazen door opmerkingen van de juryvoorzitter van de altijd prestigieus genoemde Man Booker Prize, die vond dat recensenten al gearriveerde schrijvers veel te mild beoordelen en nieuw talent links laten liggen. En in NRC Handelsblad brak critica, veelgevraagd jurylid en hoogleraar literaire kritiek Elsbeth Etty een lans voor 'de zuivere kritiek'. Zij ziet dat recensenten worden aangezet tot lovende besprekingen om uitgevers vriendelijk te stemmen en gratis recensie-exemplaren en dure advertenties binnen te halen. Zij weet dat sommige boekenredacteuren zich bij voortduring negatief uiten over vijanden en vrienden de hemel in prijzen. En in al dan niet commercieel gestuurde internetrecensies tref je sowieso weinig kritische besprekingen aan. Soms krijgt een auteur er zelfs een ster bij, omdat deze zich ook zo sympathiek op het lezersforum manifesteert.

Na een lang pleidooi voor een betrouwbaar oordeel over boeken verwijst Etty tenslotte naar criticus E.L. Sissman en schrijver John Updike die decennia geleden al enkele geboden voor recensenten opstelden:

- Recenseer nooit het werk van een vriend of een vijand,
- Doe niet mee aan modes,
- Probeer te begrijpen wat de schrijver wilde doen en verwijt hem niet dat hij niet heeft bereikt wat hij niet wilde bereiken,
- Geef een korte samenvatting van de plot en verraad het einde niet,
- Probeer te begrijpen waarom een boek faalt en vraag je af of jijzelf niet faalt,
- Gedraag je niet als een schoolmeester,
- Bespreek een boek, niet een reputatie.

Ik weet het, ik weet het: het zijn maar een paar regeltjes. Het lijkt allemaal zo simpel, maar het is zó moeilijk…

(eerder geplaatst op www.ezzulia.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten