30 april 2007

John Darnton - Neanderthaler (1996)

Neanderthalertje kijken in Tadzjikistan




(Door Peter Kuijt)

De film zal ongetwijfeld een kassucces worden, want regisseur Steven Spielberg heeft er immers zijn naam aan verbonden. Geheid ook dat de speelgoedwinkels te zijner tijd overspoeld worden met kleine replica's van de Neanderthaler, als Spielbergs regieproduct over deze prehistorische mens de bioscoop bereikt. En we voorspellen bij deze al dat de Neanderthaler-baseballcaps (van bijzondere afmetingen, dat wel), -bodystockings, -sleutelhangers en -knotsen annex mattenkloppers als warme broodjes over de toonbank zullen vliegen.

En dat hebben we allemaal te danken aan de Amerikaanse journalist John Darnton, die in navolging van Michael Crichton (Jurassic Park) met zijn thriller Neanderthaler een uitgestorven ras tot leven wekt. Ging het bij Crichton om dino's en andere beesten van formaat, Darnton wil ons doen geloven dat op een onherbergzaam plekje in Azië afstammelingen van de volgens de encyclopedieën 40.000 jaar geleden uitgestorven Homo Neanderthalensis nog heerlijk bessen zitten te eten en het wiel nog moeten uitvinden. En dat van een journalist, die in 1982 nog de Pulitzer Prize won voor zijn verhalen over de Poolse vakbond Solidariteit!

Hoe (on)waar het ook zij, Darnton heeft met Neanderthaler een alleszins smakelijke avonturenthriller afgeleverd van het soort waar we op een regenachtige zondagmiddag geen genoeg van kunnen krijgen. Het is het verhaal van de twee paleontologen (en ex-geliefden en nu academische rivalen) Matt Mattison en Susan Arnot, die elk een verschillende theorie aanhangen over het uitsterven van de Neanderthaler. De twee worden door een schimmig Amerikaans instituut op weg gestuurd naar Tadzjikistan om er hun vermiste vroegere mentor, dr. Kellicut, op te sporen. De professor zag voor zijn verdwijning nog wel even kans om een slechts 40 jaar oude schedel van een Neanderthaler op de post te doen.

De tocht naar het Pamir-gebergte in Tadzjikistan is al een belevenis op zich, maar eenmaal daar aangekomen moeten Mattison en Arnot hun theorieën duchtig herzien en vallen ze van de ene verbazing in de andere: in een vallei treffen ze niet alleen een knettergekke Kellicut aan, maar ook ruig behaarde wezens met wijkende voorhoofden en een behoorlijk uitstekende botrichel boven de wenkbrauwen, luisterend naar de soortnaam Neanderthaler.

Denkend aan het thrillerelement heeft Darnton de Neanderthaler met een buitenzintuiglijke gave bedacht: ze kunnen 'zien' door de ogen van anderen. Militair gesproken natuurlijk machtig interessant, vandaar dat dat eerder genoemde schimmige instituut maar ook de Russen zich er flink tegenaan bemoeien. Arnot en Mattison beleven bijgevolg fantastische avonturen te midden van vredelievende dan wel knotsenzwaaiende Neanderthalers, waarbij Darnton de spanning bij tijd en wijle geweldig opvoert. Jammer dat de schrijver op veel plaatsen uitbundig citeert uit het werk van Darwin en andere genieën. Dat haalt niet alleen de vaart eruit, je gaat je in deze plagiaatvolle tijden ook afvragen of hij de rest wel zelf heeft geschreven...

John Darnton - Neanderthaler, uitgeverij A.W. Bruna B.V., 336 pag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten